Een dag in groep 1/2

Een dag op school:

Wat gaan we vandaag doen?
Bij binnenkomst zien de kinderen direct het programma van de dag staan.

In de kring
De kinderen starten in de kring. Elke dag zijn er dezelfde routines zoals het tellen van de kinderen en het bespreken van de dag. Tijdens de grote kring worden er ook taal- en rekendoelen aangeboden.

De werkles
Tijdens de werkles geeft de leerkracht een kleine kring, hierin gaat zij met een gericht doel met een klein groepje aan de slag. Het inplannen van het werk doen de kinderen met behulp van het planbord. Op dit planbord staan de plaatjes van de werkjes die gekozen kunnen worden. De kinderen leren al snel hoeveel kinderen er bij een werkje kunnen. Er zijn ook momenten waarbij de naam van het kind al bij een plaatje hangt, dat is een verplicht werkje van de juf.

In de bouwhoek leren de kinderen spelenderwijs. De doelen die hier onder andere aan bod komen zijn motoriek en ruimtelijk inzicht. Ook bij het spelen met zand en klei zijn de kinderen bezig met het ontwikkelen van de motoriek en het ruimtelijk inzicht. In de huishoek leren de kinderen sociale vaardigheden, ze spelen de dagelijkse situaties na. Ze leren samen te spelen en de fantasie de vrije loop te laten.

Bij elk thema is er naast de normale huishoek vaak nog een themahoek. Hier worden de kinderen gestimuleerd om een ander spel te laten zien. Bijvoorbeeld een winkelhoek; samen met de kinderen richt de leerkracht de hoek in; hoe ziet het eruit, wat heb je allemaal nodig om tot een goede winkelhoek te komen? De taalontwikkeling wordt tijdens de werklessen gestimuleerd door een rijk taalaanbod. De kinderen kunnen bijvoorbeeld kiezen voor de lees-schrijfhoek. Hier zijn de kinderen bezig met woorden die betrekking hebben op het thema. Hierdoor vergroten ze de woordenschat en zijn ze bezig met letters en klanken, rijmen en het schrijven van patronen. Tevens oefenen de kinderen door de interactie met elkaar de mondelinge taalvaardigheid.

Tijdens de werkles zijn de kinderen ook bezig met het verwerken van een thema. Gezamenlijk maken de leerkrachten een aanbod per thema. Hierbij kijken ze naar de doelen die gesteld worden vanuit de onderwijs inspectie. Voor de kleuters geldt dat zij 2 jaar de tijd hebben om de doelen te behalen.

Zelfstandig werken:
Vanaf groep 1 leren wij de kleuters om te gaan met uitgestelde aandacht van de leerkracht. Dit geeft de leerkracht de mogelijkheid om kleine groepjes instructie te geven. De leerlingen leren zelf problemen op te lossen, coöperatief samen te werken met medeleerlingen, afspraken na te komen en verantwoording te nemen voor hun eigen leren. Als signaal voor het zelfstandig werken gebruikt de leerkracht een ketting en een verkeerslicht. Als de leerkracht de ketting om heeft of het verkeerslicht staat op oranje, dan, mogen de kinderen de leerkracht niet storen. Na afloop wordt het zelfstandig werken besproken.

Observeren van de ontwikkeling:
Tijdens het spelen en werken observeert de leerkracht het gedrag en de ontwikkeling van de leerlingen. Zo kan de leerkracht het leerstofaanbod afstemmen op de leerlingen, zodat elk kind krijgt wat hij/zij nodig heeft om zich verder te ontwikkelen. Op onze school wordt de ontwikkeling van de kleuters in kaart gebracht met KIJK!. Dit is een observatiesysteem voor kleuters, waarbij te zien is of de ontwikkeling van uw kind leeftijdsadequaat is.

Buitenspel:
Bij droog weer spelen we dagelijks buiten. Ook in de winterperiode. Meestal zijn er twee kleutergroepen gezamenlijk op het plein. Het buitenspelen, onder het toeziend oog van de leerkracht, is in deze leeftijdsfase heel belangrijk. Door de spontane contacten met leeftijdgenootjes werken de leerlingen aan hun sociaal-emotionele ontwikkeling en hun motorische ontwikkeling. Ook bouwen zij een goede weerstand op. Denkt u aan geschikte kleding en schoeisel? Kleuters willen graag ravotten!

Zindelijkheid:
Wij verwachten dat uw kind zindelijk is als hij/zij naar school komt. In het geval van een ongelukje heeft de leerkracht altijd wel een setje schone kleren, maar het is ook fijn als er standaard een verschoning met plastic tasje in de schooltas zit.

Pompom:
We hebben in de kleuterklas ook een handpopvriendje: hij heet Pompom. Een handpop kan een geweldig fijn hulpmiddel zijn om kinderen te helpen zichzelf en de wereld om zich heen wat beter te gaan begrijpen of om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. Pompom wil heel graag logeren en daarom mag hij in het weekend bij een kind thuis slapen. Verdere uitleg vindt u in de brief die Pompom meeneemt als hij komt logeren.

Biebouder:
Ieder jaar vragen we of één ouder voor ons biebouder wil zijn. Per thema kunnen met de klassenpas een aantal boeken worden gehaald.

Kijkje in de klas:
Geregeld zijn er aan het einde van het thema kijkmomenten voor ouders/verzorgers. Uw zoon/dochter kan dan laten zien waar hij/zij aan heeft gewerkt. U hoort via Socialschools wanneer het volgende kijkmoment is.